Culinaire benaming ter duiding van de zout- c.q. zoetwaarde van een gerecht.
In vroeger tijden waren zout en suiker gelijkwaardige voedingsmiddelen, men wist nog niet dat suiker voedingswaarde heeft en zout daarentegen slechts een smaakmaker is. Om de twee, uiterlijk nagenoeg dezelfde, witte korrels in recepten toch uit elkaar te houden, noemde men zout Hooghartig en suiker Laaghartig.
Voorbeelden van hooghartige gerechten zijn:
Frikandel Totaal, ook wel "Jos Brinkie"
Chinese Loempia
Kleine saucijsenbroodjes
of Friet
Voorbeelden van laaghartig zijn:
Moorkop
Kaneelkussentjes
Taart
Producten die zout noch zoet zijn heten daarom ook hartig, zoals brood, sigaretten, wijn en bier.
Voor een gezond voedselpatroon, zo weet men al eeuwen, dient men van alle producten voldoende binnen te krijgen, hooghartig, laaghartig en hartig. Ook is regelmaat van belang, waarbij men kan denken aan verdeeld over de dag van alle producten iets, en op vaste tijden ook nog een beetje van alles.
Combineren van hartig en hooghartig scheelt een hoop tijd en kan heerlijk zijn. Denk hierbij aan bier en sigaretten in combinatie met frikandel, patat en loempia.